woensdag 20 december 2017

Carolina van Prinses van Van Meel

In diverse posts heb ik geschreven over mijn verre voorouder Prinses van Van Meel (overleden in 1792) en haar kinderen en kleinkinderen.

Onlangs vond ik het overlijden van een van haar kleindochters Carolina, ook bekend als Clarijntje.
Ze was naar gissing 80 jaar oud toen ze in september 1843 stierf, dus zou ze kort na 1760 geboren zijn. Carolina verkreeg haar vrijheid uit slavernij in de periode 1798-1799

Overlijden van Carolina van Van Meel in 1843
Bron: www.delpher.nl

Dracula : 120 jaar later

In 1897 publiceerde Bram Stoker zijn griezelroman Dracula. Hij kon nauwelijks voorzien dat 120 jaar later een bibliotheek zou worden kunnen gevuld met boeken en studies gewijd aan de hoofdpersoon van zijn roman.
In de roman geeft Stoker enkele summiere verwijzingen naar de achtergrond van de vampiergraaf. Deze verwijzingen hebben een aantal onderzoekers op het spoor gezet van een zekere prins Vlad, die in de 15e eeuw heerste over het vorstendom Wallachije, het gebied tussen Karpaten en Donau in het zuiden van Roemenië. Deze Vlad werd bij leven en welzijn Dracula genoemd door vriend en vijand. De connectie wordt betwist door serieuze historici, maar helaas voor hen zijn de romanfiguur en de historische persoon innig met elkaar verstrengeld in het publieke bewustzijn. Zonder de populaire griezelgraaf zou Vlad Dracula een vergeten bestaan hebben geleid op de boekenplanken van de geschiedkundigen, en zonder de wrede en charismatische prins was graaf Dracula een romanvampier als alle andere, achteraan in het rijtje van Lord Ruthven, Camilla en Varney the Vampire. Toch?

Vlad Tepes ook bekend als Vlad Dracula,
ca. 1430-1477

donderdag 14 december 2017

Familiegeschiedenis: foute spelling

Het is mij tijdens het onderzoek naar mijn voordouders vaker opvallen dat namen wel eens verkeerd gespeld worden.
Onlangs vond ik daar weer een treffend voorbeeld van. William Elder werd in 1821 geschreven als William Elden.

Bron: www.gahetna.nl NL-HaNA_1.05.10.07_337_0014



Bron www.gahetna.nl NL-HaNA_1.05.10.07_337_0013
 

dinsdag 26 september 2017

Familiegeschiedenis : de Herengracht in Amsterdam

Een aantal blogpostst geleden schreef ik over het leven van mijn betovergrootvader Ferdinand Frederikus Diergaarde (1835-1921). Hij overleed in een bejaardenhuis aan de Herengracht in Amsterdam. Dit bejaardenhuis was ooit gesticht door de koopman en filantroop Josephus Augustinus Brentano, die zijn rijkdom had vergaard met onder andere handel op de koloniën in Oost en West.

Brentano had in 1789 een ander pand aan de Herengracht gekocht, namelijk nr, 544, waarin hij zijn kunstcollectie onderbracht.

Herengracht 544 was ooit vanaf 1740 het eigendom van Joan Hubert van Meel, slavenhandelaar en secretaris van de Sociëteit van Suriname. Deze Van Meel was een oom van Joan Willem van Meel, raad fiscaal in Suriname Joan Willem was de echtgenoot van Alida Wossink. Joan en Alida waren de eigenaren van een van mijn voorouders namelijk Prinses, die na haar manumissie de achternaam "van Van Meel" aannam en haar achternaam doorgaf aan haar kinderen.

woensdag 2 augustus 2017

Johan Bernard van Voorst

Prinses van Van Meel had in haar testament(en) van 1780 en 1785 J.B. van Voorst aangewezen als testamentair executeur. Johannes Bernardus van Voorst was in 1762 door het echtpaar Denijs-Wossink in dienst genomen als schrijver en boekhouder om op hun plantages te dienen. Hij reisde van Amsterdam naar Suriname. Prinses heeft hem waarschijnlijk op de Plantage Katwijk of in Paramaribo in het huishouden van Alida Wossink leren kennen.

Johan Bernard van Voorst was volgens de Surinaamse almanak van 1795 koopman en winkelier in Hollandse waren. In 1781 was hij aangesteld tot weesmeester. In 1795 werd hij ook vermeld al regenst van 's-lands gasthuis en medeadministrateur van de Hortus Surinamensis. Van Voorst overleed in januari 1805 en werd begraven in de Nieuwe Oranje Tuin

Hoe hun verstandhouding was is moeilijk te zeggen, maar in ieder geval vertrouwde Prinses Van Voorst genoeg om hem de afhandeling van haar nalatenschap toe te vertrouwen.

Bronnen:
Suriname Heritage Guide:  Plantage Katwijk
www.dbnl.org 

woensdag 26 juli 2017

R'lyeh

 
Midden in de Stille Oceaan ligt het verzonken stad R'lyeh waar de Cthulhu de Grote droomt van de dag dat hij zal herrijzen en de aarde herovert.



R'lyeh

vrijdag 14 juli 2017

Familiegeschiedenis : Nielo en Dandlau


In een eerdere blog schreef ik over mijn betovergrootvader W.H.K. Nielo die als kind in het huishouden van Kea van Dandlau (1833) en in de jaren daarna een adres samen met Henriette van Dandlau woonde.
Er waren meerdere kinderen in dit huishouden met andere achternamen. Waren de kinderen in dit huishouden ondergebracht als “kweekjes” (een typisch Surinaams begrip) of waren het kinderen van de dochters van Kea, maar droegen ze de achternamen van hun vaders?

Ik vond de situatie interessant genoeg om een onderzoekje in te stellen naar de achtergrond van Kea van Dandlau.
Kea en haar dochters waren afkomstig van de plantage Nahamoe, en werden na het overlijden van de eigenaar Floris Visscher Heshuizen in 1807 geruild en kwamen in bezit van Celestin Octave Dandlau. In 1810 werden de carboegerin Kea en haar 2 mulattenkinderen Johanna en Henriette door Dandlau gemanumiteerd. C. Dandlau benoemde in 1814 de kinderen van Kea in zijn testament tot enige en universele erfgenamen en bepaalde dat Kea de rest van haar leven in zijn woning aan de Grote Dwarsstraat kon wonen. De erfgenamen waren Henriette Celestine, Johanna Jacqueline, Louise Maria en George Louis en alle andere kinderen die Kea nog zou mogen baren tot 9 maanden na zijn overlijden. Kea werd aangesteld tot voogdes over haar kinderen en executeur. Uit alles in zijn testament zou je kunnen concluderen dat hij de vader was van de kinderen van Kea.
Dandlau stierf in 1818. Er werd een inventaris opgemaakt van zijn bezit op de Plantage Peperpot, voornamelijk kleding en wat losse spullen. Waarschijnlijk had hij een baantje op deze plantage.

Toen hij overleed woonde er een vrije Affie van Dandlau in zijn sterfhuis. Zijn boedel was echter insolvent, de erfgenamen hebben er niet veel plezier van gehad. In 1826 werd de boedel geliquideerd
In 1857 overleed Johanna Jacquelina Van Dandlau, ze woonde samen met haar moeder Kea in de Burenstraat
Kea overleed in 1865 82 jaar oud (volgens de krant)
Henriette stierf in 1886 oud 82 jaar en 7 maanden oud

overlijden Kea van Dandlau 1865

overlijden Henriëtte van Dandlau 1886
Geraadpleegde bronnen:
Krantenadvertenties met betrekking tot de nalatenschap van C. Dandlau
Overlijdens Kea van Dandlau (1865) en H.C. van Dandlau (1886)
www.gahetna.nl
De volgende archieven

1.05.10.02 Raad van Politie in Suriname inv.nr. 512 scans 0071-73
1.05.10.04 Raad van Justitie in Suriname inv.nr. 1375 scan 0211
1.05.10.04 Raad van Justitie in Suriname inv.nr. 1378 scan 0051
1.05.10.07 Administratie van Financiën Suriname inv.nr.  91 scan 0096
1.05.10.07 Administratie van Financiën Suriname inv.nr. 308 scans 0670-671
1.05.10.07 Administratie van Financiën Suriname inv.nr. 309 scans 0454-455
1.05.11.12 Nieuwe Weeskamer in Suriname tot 1828 inv.nr. 80 scans 0354-355
1.05.11.12 Nieuwe Weeskamer in Suriname tot 1828 inv.nr. 124 scans 0149-150
1.05.11.13 Nieuwe Weeskamer in Suriname vanaf 1828 inv.nr. 286 scans 0312-313
1.05.11.13 Nieuwe Weeskamer in Suriname vanaf 1828 inv.nr. 306 scan 0007
1.05.11.13 Nieuwe Weeskamer in Suriname vanaf 1828 inv.nr. 1164 scans 0001-0004
1.05.11.14 Notarissen in Suriname tot 1828 inv.nr. 99 scans 0977- 0983
1.05.11.14 Notarissen in Suriname tot 1828 inv.nr. 298 scans 0177-0185
1.05.11.14 Notarissen in Suriname tot 1828 inv.nr. 915 scan 0077

woensdag 12 juli 2017

Wanhoopsdaad of verzet?

In het archief van de Raad van Politie in Suriname zijn opgaven van het aantal blanken, vrije lieden en weggelopen (en weer gevangen) slaven over de periode 1729-1801 te vinden.

Zo vond ik een vermelding gedateerd 21 januari 1801:

"Aanschrijvens van de directeur der plantage Monsouci [...] dat, zig opgehangen hebben in de cappowiri der plant. 't Vertrouwen twee nieuwe negers genaamt Bellisarius & Stevanus, aankomende voorn. plantage Monsouci."

Bron: www.gahetna.nl NL-HaNA_1.05.10.02_605_0049
Vanwege de aanduiding "twee nieuwe negers" vermoed ik dat het hier ging om mannen die niet lang daarvoor in Suriname waren aangekomen. Zeer waarschijnlijk hebben ze de reis vol ontberingen samen doorgemaakt en al snel doordrongen van een uitzichtloos bestaan in een vreemd land kozen ze voor de zekerheid van de dood. Waren deze mannen aan elkaar verwant of bevriend geraakt? We zullen het niet weten.

zondag 9 juli 2017

Familiegeschiedenis: een toevallige vondst

Toevallige vondsten zijn soms de leukste.
Op zoek naar iets anders (zonder resultaat) kwam ik een boedelinventaris tegen van de plantage Concordia gelegen aan de Saramacca opgemaakt op 30 april 1806  door Wm Elder als getuige ondertekend.
William Elder verbleef al in 1806 in Suriname
Bij de slavinnen van de plantage wordt een Jenny genoemd. Was dit de Jenny die later de levensgezellin van William Elder zou worden?

Bron:
1.05.11.14 Notarissen Suriname tot 1828 inventarisnummer 709 scans 0645-655

dinsdag 27 juni 2017

Bizarre wezens en werelden

De verhalen van Howard Philips Lovecraft vormen een rijke inspiratie om bizarre wezens vorm te geven.
 
Great Old One
 
 

maandag 26 juni 2017

Familiegeschiedenis : Boedel Gerrit Jacobs en de familie Simons

De boedel van Gerrit Jacobs,

In een eerdere blog Plantageperikelen schreef ik over de plantage Nieuw Meerzorg die door Gerrit Jacobs was nagelaten aan zijn verwanten. Inmiddels heb ik iets meer kunnen vinden over de relatie tussen mijn voorouders Simons en de boedel van Gerrit Jacobs.

Ezechiël Simons deed in 1806 een vergeefse poging om na het overlijden van de executeur Moses Abraham Levy, mede executeur te worden van de nalatenschap van Gerrit Jacobs (Bron www.gahetna.nl NL-HaNA_1.05.10.02 archief Raad van Politie inv.nr. 498 scans 263-268). Zijn echtgenote Marianna Jacob Goedman was een achternicht van Gerrit Jacobs.
In 1811 deed zijn zoon Simons Ezechiël Simons ook een poging om executeur te worden na het overlijden van Hartog Jacob Goedman, ten behoeve van zijn behoeftige moeder Marianna Jacob Goedman. Hij viste echter achter het net, want de opengevallen plek werd toegewezen aan Isaac Jacob Goedman (Bron www.gahetna.nl NL-HaNA_1.05.10.02 archief Raad van Politie inv.nr. 518 scans 199-229).

Hartog Jacob Goedman en Isaac Jacob Goedman waren broers van Marianna Jacob Goedman.

zaterdag 17 juni 2017

Enkele Grote Ouderlingen

In onbekende dimensies loeren de Grote Ouderlingen hongerig naar de mensheid


Azathoth


Yog-Sothoth


Hastur


Shub-Niggurath

maandag 12 juni 2017

Wie was George Elder

Bij mijn onderzoek naar mijn voorouders uit de familie Elder vond ik een vermelding George Elder op 5 november 1866 was verdronken in de Saramaccarivier.

Over dit ongelukkig voorval heb ik verder geen informatie kunnen achterhalen. De naam George Elder was ik nog niet eerder tegengekomen. Zijn verwantschap met William Elder en diens kinderen is vooralsnog onduidelijk.
Aan de Saramacca rivier lagen de plantages die de familie Elder in eigendom bezat, namelijk Concordia, Kwart Lot en Dankbaarheid.


www.gahetna.nl  NL-HaNA_1.05.11.13_287_0184
Bron NL-HaNA Archief Nieuwe Weeskamer van Suriname 1.05.11.13 invnr, 287 scan 0184

vrijdag 26 mei 2017

Familiegeschiedenis: William Elder en zijn familie 1811-1820

William Elder en zijn familie in de grootboeken van de Hoofdgelden

Wanneer kwam William Elder in Suriname.
De eerste vermeldingen in de archieven dateren van 1811, zoals in 1.05.10.07 het archief van de Administratie van Financiën in Suriname.

bron:www.gahetna.nl NL-HaNA_1.05.10.07_303_0024


W. Eldert, betaalde hoofdgeld in de jaren 1811-1815
Waarschijnlijk is dit William Elder.
Zijn kinderen William, John en Charles waren voor 1811 geboren:
- Charles Elder overleed in 1879 74 jaar oud, was in 1804/1805 geboren
- William Elder overleed in 1854 49 jaar oud, was in 1804/1805 geboren
- John  Elder overleed in 1855 48 jaar oud, was in 1806/1807 geboren.

William heeft dus mogelijk buiten Suriname Jenny leren kennen en met haar kinderen gekregen.
Waar kwam William met zijn gezin vandaan? Je zou bijna denken dat ze uit een van de andere Engelse koloniën in de Cariben  naar Suriname kwamen.
In het grootboek Vrije Lieden worden Jenny en John en William genoemd. Zij waren het hoofdgeld vanaf 1816 verschuldigd.
 
bron: www.gahetna.nl  Grootboek Particulieren NL-HaNA_1.05.10.07_306_0304
William Elder betaalde hoofdgeld over 1816-1817

bron: www.gahetna.nl
Grootboek Blanken NL-HaNA_1.05.10.07_308_1284 en 1285
 
bron: www.gahetna.nl
Grootboek Blanken NL-HaNA_1.05.10.07_308_1284 en 1285

William Elder betaalde hoofdgeld in de jaren 1817-1820

bron: www.gahetna.nl Grootboek Vrije Lieden NL-HaNA_1.05.10.07_310_0850 en 0851

bron: www.gahetna.nl Grootboek Vrije Lieden NL-HaNA_1.05.10.07_310_0850 en 0851

John van William Elder, Jenny van W. Elder , William van William Elder, betaalden hoofdgeld over de jaren 1816-1820
 
bron: www.gahetna.nl
Grootboek Particulieren NL-HaNA_1.05.10.07_314_0240 en 0241

 

bron: www.gahetna.nl
Grootboek Particulieren NL-HaNA_1.05.10.07_314_0240 en 0241


Wm Elder over 1819-1823
 
bron: www.gahetna.nl Alfabetische naamwijzer particulieren NL-HaNA_1.05.10.07_318_0050

Wm Elder

Jeanij van Wm Elder
Jenny van Wm Elder
Wm van Wm Elder
John van Wm Elder

Deze naamwijzer verwijst echter naar een niet meer bestaand register
 
bron: www.gahetna.nl Alfabetische naamwijzer op ? NL-HaNA_1.05.10.07_340_0045

John van William Elder
Jenny van William Elder,
Charles van William Elder
W. van William Elder  
Ook deze naamwijzer verwijst naar een niet meer bestaand register

maandag 22 mei 2017

Rijken komen en rijken gaan

Rond 1600 strekte het Osmaanse Imperium zich uit over drie continenten: Azië, Afrika en Europa.
 
Onder het Osmaanse Rijk en haar invloedssferen vielen Turkije, Zuidoost-Europa (deel van Hongarije) Transsylvanië, de Donauvorstendommen Walachije en Moldavië, Servië, Bosnië, Bulgarije, Albanië, Griekenland, De Krim, Syrie, Irak,  Libanon, Palestina, Egypte, en de kusten van het Arabisch Schiereiland. Vanuit Anatolië hadden de Osmanen vanaf de 14e eeuw hun gebied door veroveringen uitgebreid, maar de uitbreiding in Europa werd tot  twee maal toe voor de poorten van Wenen tot staan gebracht
Rond 1700 begon het verval.
200 jaar later was het Osmaanse Rijk de zieke man van Europa.


Het Osmaanse rijk op een kaart uit 1596

donderdag 18 mei 2017

Familiegeschiedenis : een nalatenschap in 1792

Wat heeft Prinses van Van Meel haar erfgenamen nagelaten?

De boedelinventaris die na haar dood werd opgemaakt noemt het huis en erf (N.B. Jodenbreestraat 19) en de inhoud van diverse ruimten in het huis. Het blijkt dat het huis een zolder, en op de zolder een slaapkamer had, verder beneden het voorhuis, een galerij (waarschijnlijk aan de achterzijde van het huis), een bottelarij (bijkeuken) en een keuken. Op het erf dierenhokken (menagerie), met pluimvee en een grote hoeveelheid hout en 2 watervaten.

In de slaapkamer stond een ledikant, met "zijn bonte behangsel", daarin een veere bed (veren matras), peluw en vijf kussens, een wollen deken. Een chameusse ( = charmeuse*) slaapkleed, een Hollandse kist met medicamenten.
*Charmeuse is een glanzende met satijn geweven stof
 

In het hele huis stonden aan meubels 18 stoelen (van diverse kwaliteit), 1 veldtafeltje (slaapkamer), een kleine tafel (galerij) en 2 banken.
Er waren in het voorhuis 2 glazen illusters met dezelfs girandoles (= glazen lusters girandoles), waarschijnlijk hingen deze lampen, want er wordt geen tafel genoemd, alleen 12 stoelen en een houten zitbank.
In de bottelarij: 44 borden van porselein en delfts blauw, diverse koperen gebruiksvoorwerpen (zoals koffiekannen) 1 indiaanse waterpot, een kapotte koperen (brand) spuit en 2 leren brandemmers.
Een voorbeeld van een bottelarij, of botralie in een Surinaams huis.
In de keuken: 3 ijzeren potten, een koperen theeketel, een zilveren slavenmerk PVM (N.B. zou Prinses haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen echt met dit merk gebrandmerkt hebben?)

In diverse kisten waren kleding en kleine spullen geborgen.
In de kisten: grote hoeveelheid kleding, maar ook 6 wijnglazen, tinnen lepels, een tinnen schenkbord, een zilveren sleutelhanger, zilveren naaldenkoker, een pennetje in ’t goud gemonteerd met rode steentjes op de kop van ’t pennetje een zilveren knop en dito zilveren oorlepel, enige snoeren (kettingen) witte en zwarte arrawipp…?, 4 spreien, 3 tafelmessen met zwarte heften, 5 ledikantgordijnen.
En verder werden er diverse documenten aangetroffen

De slaven (familie):
De neger Appollo
De negerin Gratia met haar kinderen Antje en [Jansje]
Idem Clarijntje (= Carolina) met haar kinderen Christoffel, Frederik en Mietje
Idem Princes met haar 2 kinderen Driesje en Anthoinetta,
Idem Galatahea

Particuliere slaven: de negerin Princes met haar 2 kinderen Dorothea en Johanna
Idem Mandron (Madelon), idem Acoeba, idem Louisa.
 
De boedelinventaris beschreef de roerende goederen die in verschillende ruimten werden aangetroffen. Of er meer kamers waren dan de in de inventaris genoemde is niet helemaal duidelijk. Het moet bijna wel, want Prinses woonde met 15 slaven in het huis en mogelijk ook met haar vrije kinderen Codjo, Lackey en Coba. Er werden geen woningen op het erf genoemd.

Prinses was op haar eigen erf begraven. Mogelijk ligt haar stoffelijk overschot nog in het perceel aan de Jodenbreestraat.

Bronnen: www.gahetna.nl
NL-HaNA_1.05.11.14_Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 67 scans 0005-0016 (testament 1785)
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 278_scans 0005-0008 (boedelinventaris)
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 423 scan 0021(verzegeling)
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 423 scans 0029-0030 (ontzegeling)
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828 invnr. 429 scans 0064-67 (acquit van de boedel)
NL-HaNA_1.05.11.16  DTB Suriname invnr. 30 scan 0153 (DTB) : begraven van Prinses.

maandag 15 mei 2017

Familiegeschiedenis : Coba en Gratia van Prinses van Van Meel

In 1821 overleed Coba, de dochter van Princes van Van Meel. Coba was geboren als slavin, maar door haar moeder gekocht tussen 1786-1789 en in 1791 door haar moeder vrijgelaten.
Coba werd al genoemd als volwassen vrouw in de inboedel van Plantage Katwijk in 1759.
Ze stierf in november 1821. Coba bereikte waarschijnlijk een hoge ouderdom, maar bij haar overlijden kon niemand haar leeftijd, maar ook bij benadering opgeven.
Coba was een dochter van Prinses van Van Meel. Ze was van een eerdere generatie dan Gratia (1768-1828), en mogelijk was ze de moeder van Gratia. Coba zou mogelijk tussen 1740-1750 geboren kunnen zijn.

Bron: www.delpher.nl

Gratia overleed in 1828, 60 jaar oud. Ze was de kleindochter van Prinses van Van Meel (ovl. 1792) en haar geboorte kunnen we nu plaatsen in 1767-1768.Informatie over haar dood had ik als eerder gevonden, maar haar leeftijd kwam ik pas te weten toen ik deze advertentie vond. In  de overlijdensberichten van 1828 werd ze Grasia genoemd en de familienaam Van Meel, was verbasterd tot Vameel. Tsja en dan wordt het wel heel moeilijk om iemand terug te vinden.
Bron: www.delpher.nl

donderdag 11 mei 2017

Familiegeschiedenis : Jodenbreestraat 19 en 20

In 1780 maakt Prinses van Van Meel een testament. Daarin vermaakte ze aan haar zoons Codjo, Lackey, Quassie en haar dochter Coba, aankomende de heer Coetzee, haar sieraden, kleding en lijfgoederen. Verder bepaalde ze dat het erf dat ze van de heer Coetzee had gekocht weer aan hem zou toevallen als ze het nog niet had afbetaald bij haar overlijden. In haar testament van 1785, waarbij het testament uit 1780 vervallen werd verklaard liet ze haar onroerend goed na aan haar kinderen, slaven en vrijen.

In 1779 woonde ze in de wijk van de tweede compagnie. Prinses was alleenstaand
In 1780 woonde ze in de wijk van compagnie van Jan Dames. Prinses was alleenstaand.

In 1782 werd Paramaribo ingedeeld in wijken, 
Kaart 1804 met de wijkindeling van Paramaribo, 
Bron http://www.geheugenvannederland.nl/nl

We vinden enkele jaren later de volgende registraties:
In 1788 in wijk nr. 4 Capitein van Velsen: "Princes van Van Meel en haar 7 kinderen en een slaaf"
In 1789 in wijk nr. 4 Capitein van Velsen: "Prinses van Van Meel, seeven
groote slaaven boven 12, ses kleijne dito onder 12 jaren"
Bronnen: 
NL-HaNA_1.05.10.02 (Raad van Politie) invnr. 584 scans 0056 en 128, invnr. 585 scan 0127, invnr. 593 scan 014,  invnr. 594 scan 0075

Begin 1792 stierf Prinses. In haar boedelinventaris werd  het huis en erf no. 19 tussen het erf van Betje van Beeldsnijder en de Boedel van Heijst, genoemd, echter zonder straatnaam. Uit andere bronnen blijkt dat het om Jodenbreestraat 19 gaat. In 1798 bij de boedelinventarisatie van haar overleden zoon Lackey, wordt het erf en huis Jodenbreestraat 19 omschreven als gelegen tussen Betje van Beeldsnijder en David Castro.

Bronnen : 
NL-HaNA_1.05.11.14 Notarissen in Suriname voor 1828, invnr. 67 scans 0005-0016 , invnr. 278_scans 0005-0008, invnr._423 scans 0021, 0029-0030.
NL-HaNA_1.05.11.16 DTB Suriname invnr. 30 scan 0153
 

Uit de Dienst der Domeinen haalde ik volgende informatie over het perceel in de Jodenbreestraat:

Jodenbreestraat no. 020 1785-01 Paramaribo archief 295, (N.B het perceel ernaast op naam van de Prinses van Coetzee is dus 19)

Jodenbreestraat no. onbekend 1777-03 Paramaribo archief 295, gekocht van de erven Mayland door E.J. Coetzee. (NB is nr. 19 = identiek aan het perceel naast no. 20)

Jodenbreestraat no. onbekend 1777-02 Paramaribo archief 295, gekocht van de erven Mayland door E.J. Coetzee. ( NB. is nr. 19= identiek aan het perceel naast no. 20)

Jodenbreestraat no. onbekend 1777-01 Paramaribo archief 295, gekocht van de erven Mayland door E.J. Coetzee. (NB is nr. 19 = identiek aan het perceel naast no. 20)

Jodenbreestraat no. onbekend 1802-01 Paramaribo archief 295, percelen 19 en 20?
 



Kaart 1821
Bron: http://www.geheugenvannederland.nl/nl


Uitsnede uit de kaart van 1821, in groen de mogelijke ligging van Jodenbreestraat 19

Na een nieuwe wijkindeling ligt de Jodenbreestraat in wijk C.
Bron:  http://www.geheugenvannederland.nl/nl
 
De erven "Joseph van Van Meel" woonden later in de Jodenbreestraat 20.
Cojo, de zoon van Prinses was in 1776 EBG gedoopt, zijn doopnaam was Joseph. Hij wordt in de stukken ook Joseph van Princes van Van Meel genoemd. Codjo overleed in 1803. Helaas is er geen boedelinventaris van hem bewaard gebleven.

Huurwaarderegisters NL-HaNA_1.05.11.09_36_0035
Bron: www.gahetna.nl

Uit krantenadvertenties, de wijkregisters van 1828 en huurwaarderegisters 1827-1828 heb ik nog het een en ander kunnen vinden over de erfgenamen van Joseph van Van Meel in de Jodenbreestraat 20.
Wijkregister NL-HaNA_1.05.11.09_37_0044
Bron: www.gahetna.nl
Bronnen : 
NL-HaNA_1.05.08.01 Gouv.-Gen. West-Indische Bezittingen invnr. 637 scan 0017, invnr 696 scan 0036NL-HaNA_1.05.10.01  Gouvernementssecretarie invnr. 691 scan 0029 
NL-HaNA_1.05.10.07 Administratie van Financiën Suriname invnr318 scans 0113-0114, invnr. 340 scan 0111, invnr. 89 scan 0330
NL-HaNA_1.05.11.09 Suriname / Gemeentebestuur invnr35 scan 0022, invnr. 36 scan 0035

Jodenbreestraat D.20 werd in 1832 bezeten en bewoond door Princes van P. van Meel en Cornelia van P. van Van Meel.  In datzelfde jaar werd het erf en huis Jodenbreestraat D.20 geveild.
Bron:  www.delpher.nl