dinsdag 4 april 2017

Familiegeschiedenis : de nazaten van de vrije Prinses van Van Meel

Enkele blogposts geleden besteedde ik aandacht aan Elisabeth van Bruijning (geboren 1808), ook bekend als Elisabeth Veronica de Haas en haar adoptie door Christoffel de Haas.  Daar vroeg ik mij af wanneer ze werd gemanimutteerd  (haar moeder Jansje was slavin) en wie haar vrijlater was.
Een weekeind intensief speuren in de scans op www.gahetna.nl leverde antwoord op deze vragen.

De brief van vrijdom ten behoeve van Elisabeth werd begin 1810 aangevraagd door Jacob Bruijning (ook wel geschreven als Bruyningh, Bruijningh, Bruining, Bruyning)

Uit deze aanvraag bleek het volgende. Op 14 februari 1798 werd Bruijning door het Hof van Justitie te Paramaribo benoemd tot straatvoogd over de kleinkinderen en achterkleinkinderen van wijlen de vrije negerin prinses van Van Meel (ook wel gespeld als Princes, Princesse, Prinsesse), en behorende tot de boedel van "Prinses van Van Meel"

Deze kleinkinderen en achterkleinkinderen waren
- de negerin Prinses, en haar kinderen de mulatten Driesje - Carolina en hun kinderen de mulatten Frederik en Christopher (Cristoffel), zijnde haar dochter Mietje overleden
- Galathea en haar kinderen Jacobus - Apollo
- en de negerin Gratia (moeder van Jansje en Antje, en latere grootmoeder van Elisabeth)
Voor de meesten werden de vrijdomsbrieven in 1798-1799 aangevraagd en ook verkregen.

Op 7 maart 1798 werd de aanvraag voor vrijbrieven voor Gratia en enkele van haar verwanten geregistreerd.

NL-HaNA_1.05.10.04_1370_0044
Op 31 maart 1798 werden de aangevraagde manumissies geadverteerd.


NL-HaNA_1.05.10.04_1370_0078

Een kleine maand later op 26 april 1798 werd de vrijbrief voor Gratia geregistreerd, samen met de publieke bekendmakingen van haar manumissie.


NL-HaNA_1.05.10.04_1370_0089

Antje en de carboegerin Jansje, kinderen van de vrije Gratia verkeerden in 1810 echter nog in de staat van slavernij.
In zijn aanvraag in 1810 stelde Bruijning dat hij nog niet alle familieleden, waaronder Jansje vrij had gekregen omdat het tarief (de boete) op de vrijdom imiddels was verhoogd. Jansje zelf had op een of andere manier het geldbedrag nodig voor de manumissie van haar dochter,  bij elkaar gekregen en dat aan de straatvoogd overhandigd.
Voor de aangevraagde vrijlating van Elisabeth werd op 22 februari 1810 een bedrag van 99,10 gulden betaald.


NL-HaNA_1.05.10.04_1378_0049


Tegen de voorgenomen manumissie van Elisabeth werden geen bezwaren ingediend


NL-HaNA_1.05.10.02_512_0057
Op 11 mei 1810 besluit het Hof dat Elisabeth haar brief van vrijdom krijgt


NL-HaNA_1.05.10-02-512-0055
We weten nu wanneer Elisabeth vrijkwam en hoe ze aan haar achternaam "Van Bruijning" kwam.

Maar nu zijn er de volgende vragen:
Wie was Prinses van Van Meel?
Wanneer is zij gestorven?
Wanneer werd zij een vrije vrouw?
Waarom was Prinses vrij, maar verkeerden haar nakomelingen in de slavenstand?

De naam "van Van Meel" wijst in de richting van  Gerard Willem  (ook wel Willem Gerard) van Meel, die van 1732 tot 1737 Raad Fiscaal in Suriname was. Hij overleed in 1742, of zijn zoon Joan Willem Gerard (ook wel Joan Gerard Willem) van Meel (1741-1771).
Er is nog veel wroetwerk te verrichten in de archieven.

Geraadpleegde bronnen:
www.gahetna.nl
1.05.10.02 Raad van Politie invnrs. 512 scan 55-57
1.05.10.04 Raad van Justitie, inv.nr. 1370 scans 44, 78, 89 en 1378 scan 49